vrijdag 29 januari 2016

Gezellige kleuren


De gele tennisbal contrasteert prima met de overige kleuren. Of vloekt het nu juist? Ik heb geen idee. Mijn idee van een veilige kleurencombinatie is een spijkerbroek met een wit t-shirt. Kun je geen buil aan vallen.

Wat ik wel weet, is dat een potje tennis goed is voor mijn caloriehuishouding. Althans, dat zou het zijn als ik na het tennissen meteen naar huis zou gaan. Maar dat is dan weer niet goed voor mijn sociale balans. Dus laat ik mij overhalen om te blijven. Met als gevolg dat de calorische voordelen van twee uurtjes tennissen binnen een uurtje weer teniet zijn gedaan. Gelukkig mag ik straks ook nog naar huis fietsen. Scheelt weer iets.

Maar het is gezellig. Net zo gezellig als de kleuren op deze pagina. Wie let er dan op een calorietje of meer? 

donderdag 28 januari 2016

Nachtleven



Als je van plan bent om een dagelijkse blog bij te houden, dan vraagt dat enige discipline. Bovendien is het handig om te weten hoe je om moet gaan met de Blogger-app op je smartphone. Voor die momenten dat er even geen laptop in de buurt is. Bloggen on the move. 

Klinkt spannend. Is spannend, want als het zo laat wordt voor een blog wordt gepost, is dat meestal het gevolg van:
A) Writer's block;
B) Een mislukte foto;
C) Een gebrek aan zin;
D) Een voorliefde om deadlines uit te dagen.

In dit geval ga ik voor D, aangevuld met een klein planningsgebrekje. Dit is overigens onlosmakelijk met elkaar verbonden in mijn geval, maar dat maakt deadlines extra spannend. Juist die laatste meters maken op de wegtikkende minuten geeft de kick. Daar doe ik het voor. Mijn drive. De mooiste dingen gebeuren dan ineens, terwijl de rest van de dag niks uit de vingers is gekomen. Op een paar mooie schetsen op een hagelwit velletje notitiepapier na dan. 

Laat op de avond iets op elektronisch papier zetten, is extra mooi. De stilte om me heen, het licht van de straatlantaarn dat via de luxaflex strepen op de muur tekent, niemand die me stoort. Deadlinejunky heaven. 

woensdag 27 januari 2016

Versierpoging



Is de ontbrekende man/vrouw op de foto snel naar de keuken gerend om een doekje te halen om de vloer te deppen? Het tafelkleed is toch niet meer te redden. Of heeft de man/vrouw alleen oog voor de eigen kleding? Je kunt alleen maar hopen dat het zout op voorraad is. Anders witte wijn. Schijnt als tegenwicht ook te werken bij wijnvlekken. Pin mij er niet op vast. Ik gebruik alleen maar zout. Ik weiger nog meer wijn te verspillen. Dan maar een permanent vlekje. 

Misschien is er helemaal niks schoongemaakt en is de 'bewijnde' persoon kwaad de deur uitgelopen, het slagveld achter latend voor wat het is. Misschien zijn ze wel met z'n tweetjes. Hoewel een van hen dan bord en glas al op het aanrecht gezet moet hebben. Of is het tafeldekken nog in volle gang als de gast zijn/haar glas omstoot? Andere optie: ze zijn ondertussen een verdieping hoger uitgekomen omdat dit het resultaat is van een ietwat ondoordachte, maar mogelijk wel gelukte versierpoging. Dan denk je ook niet meer echt aan opdeppen. Van de wijn.

Hoe dan ook: ik blijf zitten met de vraag of het eten heeft gesmaakt. Zijn ze daar überhaupt al aan toe gekomen? Zien we hier alleen een verspild aperitiefje? Wat vermeldt de menukaart eigenlijk? Dat vertelt het beeld niet. Maar er staat een Italiaanse wijn op tafel. Ik gok daarom op pasta. Vast en zeker. Verse pasta en dito pastasaus die de hele dag heeft staan pruttelen op een laag vuurtje. Met als bijgerecht een heerlijke tomaten-mozzarellasalade met basilicum, net geplukt van zo'n heerlijk geurend plantje. Ik krijg er honger van. Zonde dat ze er niet van eten. Echt zonde.

dinsdag 26 januari 2016

Verstoppertje beneden alle peil



Als de gordijnen dicht zijn, is het zoeken naar onze kat. Maar niet heus. In de vrije natuur hebben katachtigen prima schutkleuren meegekregen en maken ze echt werk van sluip- en verstoptechnieken. Geef je ze elke avond brokjes en een bakje water, dan verleren ze het blijkbaar. 

Kijk maar naar deze plaat: dit is toch geen porem! Dit is echt verstoppen beneden alle peil! De laatste keer dat ik zoiets heb meegemaakt in de mensenwereld zat ik nog op de kleuterschool. Nadat ik een soort van tot tien had geteld tegen een bakstenen muur, bleek een van mijn vriendjes zich schuil te houden achter een net aangeplante boom. Kleuters zijn niet groot, maar de jonge aanplant was nog minder groot. Vooral minder smal, zodat het jaren zeventig oranjekleurige regenjasje nogal opviel. Piece of cake.

In tegenstelling tot toen - als kind heb je immers nog geen poldervermogen - laat ik onze kat nu wél in de waan dat zij zich uitermate goed heeft verstopt. Mogelijk moet ze al naar de kattenpsychiater omdat zij 'het wilde in zichzelf niet kan vinden in deze beschermde omgeving'. Natuurlijk wil ik haar niet nog meer afvallen, dus ik roep af en toe haar naam om haar waan verder te vergroten. Dat zij vervolgens affectief met haar staart zwaait, doet de zaak natuurlijk geen goed. Misschien moet ik haar toch gewoon een keer uitlachen. Net zoals mijn kleutervriendje. Kijken of een kat ook gaat huilen.






maandag 25 januari 2016

Blue Monday




Vanochtend al, nog voor het opstaan. Roerig gevoel, warm, koud. Draaierig. Alsof mijn onderbewuste met alle kracht iets richting bewustzijn wilde schuiven. Om mij duidelijk te maken dat het weer eens zo'n maandag is. Ik heb niks met maandagen. Ik kom geen meter vooruit, mijn creativiteit bereikt minwaarden waar ze tegenwoordig op de Noordpool blij mee zijn. Heel erg blij. Het enige dat mij dan op de been houdt, is voorkomen dat ik helemaal niks doe. Anders wordt de dinsdag over een tijdje de nieuwe maandag.  

Vandaag is echter geen gewone maandag. Op het moment dat mijn hersenen weer boven Jan zijn, wordt het onbewuste gevoel naar binnen gepompt. Ram. Hup. Daar zit het. Midden in mijn bewustzijn. Zoals gebruikelijk besluit ik ondanks alle malaise toch maar aan de maandag te beginnen. Vanwege die dinsdag.

Uiteindelijk lukt het zelfs nog enige productiviteit aan de dag te leggen en verdiep ik mij in dit blog. Mijn oog valt meteen op een donkere foto, gemaakt van een kantoor. Het beeld dat de werknemers ter plekke elke winterochtend en -avond zien wanneer ze, respectievelijk, aankomen en vertrekken. Ik snap dat je daar niet vrolijk van wordt. Maar hij past bij mijn stemming.

Dan valt mij oog op een artikel over Blue Monday. De meest depressieve dag van het jaar, volgens de overlevering altijd de laatste maandag van januari. Dit stemt mij vrolijk. Heel vrolijk. Het ligt dus niet aan mij, ik ga slechts mee in de massahysterie. Lekker gemakkelijk, niks meer aan doen. Genieten. Jammer dat het volgende week weer een normale maandag is. Moet ik het weer helemaal zelf doen. Zucht.





vrijdag 22 januari 2016

Kipfilet of kipfilet?



Ik kan de tijd nog herinneren dat je voor een plakje worst naar de slager ging. Dan lag daar misschien ook nog wat salami, een beetje ham, mogelijk nog wat rookvlees en natuurlijk de onvermijdelijke lelijke koeietong. De eerste keer dat ik misselijk werd buitenshuis, was dan ook bij die slager. Het was gelukkig zijn eigen plakje worst die daar op de vloer dreef.

Moet ik misschien maar niet meer aan denken. Maar ik doe het toch. Ondertussen zonder misselijk te worden, want ik heb ondertussen wel viezere dingen in het leven gezien. 

Ik doe het omdat ik bij de Jumbo naar het vleeswarenschap sta te kijken. Mijn interesse gaat uit naar een onsje, als ik dat zo nog mag noemen, kipfilet. Maar dan. Kipfilet met zongedroogde tomaat? Gerookte kipfilet? Kipfilet tuinkruiden? Of toch maar de kipfilet naturel. Die laatste lijkt mij de meest veilige keuze voor iemand die gewoon kipfilet wil hebben. Of toch eens op avontuur gaan en kiezen voor kalkoenfilet ovengebakken of kalkoenfilet gegrild? 

Sta ik dus. Mijn hoofd borrelt. Keuzes maken is niet mijn ding. Roept de vleesjuffrouw dat als mijn keuze er niet bij ligt, dat ik dan misschien nog even in het huisgegrilde schap moet kijken. Daar ligt volgens de jonge dame nog een heerlijk sappige bourgondische kiprolade. Pittig of mild. Zegt u het maar.

Ik zeg niks meer. Tijd voor het weekend. Ik eet wel iets anders. 


donderdag 21 januari 2016

Prikkelbaar

Dit beeld stamt uit een van de roerigste tijden die Europa ooit heeft meegemaakt. Het is prikkeldraad dat de top van Pointe du Hoc markeert, een klip aan de Normandische kust. Een onneembaar geachte vesting. Ruim 200 Amerikaanse soldaten klommen hier op 6 juni 1944 naar boven om een pad naar vrijheid te bevechten op de Duitsers. Met als gevolg vele doden en gewonden aan beide zijdes.

Ondanks dat dit beeld al ruim zeventig jaar bestaat, is de foto pas een jaar of twee oud. Nog altijd is het druk op Pointe du Hoc. Mensen uit de meest uiteenlopende landen komen dit stukje slagveld bekijken. De bunkers liggen er nog en de funderingen voor de enorme kanonnen laten niks aan de verbeelding over. Net zoals de enorme bomkraters als gevolg van de beschietingen voorafgaand aan de bestorming in 1944.

Vanuit het bezoekerscentrum, dat een stukje lopen van bunkers en kraters ligt, huppelen de kinderen richting het slagveld, hun ouders vrolijk keuvelend over Normandische koetjes en kalfjes. Op de terugweg is het huppelen minder, net zoals het keuvelen.

Een bezoekje aan Pointe du Hoc, aan het nabij gelegen en onmetelijk grote Amerikaanse militaire ereveld met zijn strak gerangschikte witte kruizen en dagelijks gemillimeterd gras, aan Auschwitz, Bergen-Belsen, Westerbork of kamp Vught, het maakt je nederig en doet je beseffen hoe kansloos een oorlog is. Hoe iedereen zal vechten voor zijn eigen ik, zijn eigen plaats op de wereld. Dat een oorlog hooguit een tijdelijke rimpel is in het water, hoewel dat rimpelen lang kan duren. Uiteindelijk zijn de rimpels weg, maar ligt onder het oppervlak de prijs van het geweld: talloze mensenlevens verwoest, ook van degenen die het wel hebben overleefd; kapot geschoten huizen en herinneringen; verwoeste infrastructuur en ga zo maar door. Alleen maar omdat iemand zijn gelijk wilde halen of zijn haat wilde zaaien.


Als we al iets leren van de geschiedenis, dan is het dat het gezonde verstand alles overwint. Dit 'weten' zou daarom eigenlijk genoeg moeten zijn.


woensdag 20 januari 2016

Star Wars op de A2



Of de vrachtwagenchauffeur ooit is bezig geweest met hoe zijn verlichtingsconfiguratie er bij lage sluitertijden uit zou zien, dat waag ik met enige zekerheid te betwijfelen. Dat het een artistiek effect heeft, dat moge duidelijk zijn. 

Het doet mij een beetje denken aan Star Wars. Of Battlestar Galactica. Ik heb ze nooit gezien, maar als je ergens wordt getrakteerd op een stukje uit deze films, dan heeft dat meestal met lichtsporen en ruimteschepen te maken. Wat ze in Hollywood kunnen, dat kunnen we hier langs de A2 ook. 

Het maakt het verkeer mooi. Ineens vallen alle oordelen over milieu-, geluids- en lichtvervuiling helemaal weg. Wat overblijft is een plaatje om bij weg te dromen. Je eigen verhaal bij te maken. Even proberen niet te luisteren naar de journaalpresentator die rept over dieselmotoren die nog veel vervuilender zijn dan verwacht. Wat dus mislukt. Het gaat over auto's, dus hoor ik het. Beroepsdeformatie. 

Onder de beelden van het journaal doemt in mijn hoofd een toekomst op waar vrachtwagens zoals deze wellicht geen plaats meer hebben. Maakt verder ook niet uit, als hun opvolgers maar een mooie lichtopstelling hebben. Als we George Lucas mogen geloven, komt dat in elk geval helemaal goed.














dinsdag 19 januari 2016

Bevrediging


Wanneer je iets meer aandacht dan normaal gesproken aan een onderwerp besteedt, dan is de kans groot dat je daarop wordt aangesproken. Of misschien is aangesproken nog niet eens het juiste woord: mensen gaan in zo'n geval minimaal even onderzoeken wat er zoal aan de hand is.

Je kunt het zelf testen door midden in het centrum van een stad naar het dak van een gebouw te gaan staan kijken. Gegarandeerd dat anderen dat dan ook gaan doen. Of je fotografeert een spoorwegovergang. 

Dit laatste hoeft geen probleem te zijn, maar wordt dat wel als je staat te wachten tot je gedroomwenste compositie er aan zit te komen. In dit geval kost dat steeds een kwartiertje, mocht het de eerste keer zijn misgegaan.

In die tijd, want het ging natuurlijk mis die eerste keer, kijkt de meneer aan de overkant van de straat heel belangstellend naar mijn camera met nogal lange telelens en probeert hij het eind van de denkbeeldige rechte lijn te vinden die er zit tussen lensglas en het onderwerp dat ik wil fotograferen. 

In een keer ziet hij het, maar dan begint zijn verbazing het te winnen van zijn schroom: "Waarom wil je nou zo'n knipperlamp op de foto zetten", roept hij nieuwsgierig. "Die kale bomen en grijze huizen daar achter, dat ziet er toch niet uit?" Ik wil hem wel antwoorden, maar dan gaan de bellen rinkelen en kondigen de rode knipperlampen en de dalende spoorbomen de komst van een - overigens in dit geval exact op tijd rijdende - trein aan en is het tijd om mijzelf even te focussen op de buit van de dag.

Een mooie buit. Niet alleen heb ik een unieke trein - want op tijd, zelfs bij min zeven graden Celsius - op de plaat, maar ook een mooie, frisse kleurencombinatie. En dat midden in de winter. Tegen de voorbijganger hoef ik niet veel meer te zeggen. Het plaatje achter op mijn camera bevredigt zijn vraag.




maandag 18 januari 2016

Dikke kuiten




Ze komt voorbij en steekt lekker af tegen de achter de wolken verscholen ondergaande zon. Het doet mij meteen denken aan de film ET. Waarom weet ik ook niet, want daarin fietsen ze door de lucht met de maan als achtergrond. Hiet gaat het met beide wielen over de grond en mis ik in de contouren rond het stuurmandje een 'extra-terrestrial'. Dus we zijn veilig. De juffrouw is gewoon op weg van A naar B, met de handtas in de mand. Meer is het niet, meer kan ik er niet van maken.

Denk overigens niet dat de zon heel laag staat hier, het is de fietser die zich op niveau bevindt. Op een fietspad dat zich enkele meters boven de openbare weg verheft om daar onder het autoverkeer alle ruimte te geven op zo'n typisch onoverzichtelijke turborotonde. Die is zo lelijk, die heeft het compositieselectieproces niet gehaald. 

De fietsster zit zo te zien net even in een klein dipje, alvorens nog een klein stukje te moeten klimmen. Daarna is het oogsten, want dan gaat het fietspad weer richting moeder aarde en kunnen de trappers even onaangeroerd blijven. Zou ze zich daar nu al op verheugen? Of zit ze nog na te puffen van de klim die onvermijdelijk aan een hoogtestage voorafgaat?

Dit laatste zou zomaar eens een hele waarheid kunnen zijn. De fiets is van het type 'oma' en dat is heerlijk comfortabel op de vlakke weg. Maar gaat het omhoog, dan trap je je te blubber. Een versnellingssysteem schittert namelijk door afwezigheid. Het is dus jij, je fiets en de de weg. En misschien wel dikke kuiten. Ik zie ze echter nog niet. Nóg niet.



vrijdag 15 januari 2016

Kleurtherapie




De stem op de autoradio meldt dat het westen van Nederland onder een laagje wit is verdwenen. Voor de tweede keer in een paar weken is een deel van het land besneeuwd, terwijl het in de overige streken business as usual is. En dat voor een landje waar je in slechts een paar uur doorheen rijdt. 

Waar wij ondertussen wel allemaal van mogen genieten, is het loodgrijs van het wolkendek. Daar zijn geen vijftig tinten in te vinden. Eentje overheerst en die kameleont hooguit een beetje in lichtintensiteit gedurende de dag. Het zijn van die luchten waarbij ik verwacht dat de witte deken nu toch echt gaat komen. Niet dus. 

Het grijs is niet echt vrolijk. Ze zeggen wel eens dat wit geen kleur is, nou, grijs doet aardig mee. Het mag dan officieel misschien een kleur zijn, ik word er heel somber van. Iets dat alle andere kleuren niet voor elkaar kunnen krijgen. Zelfs zwart niet. Na twee van deze weken snak ik naar kleur in mijn leven, vooral wanneer ik naar buiten ga. Binnen hebben we vrolijk gekleurde koffiemokken, staren twee mooie rode stoeltjes tegenover mijn bureau mij aan en heeft zelfs de kat bruin in zijn verder zwart-witte lappenvacht zitten. 

Maar buiten wil het niet gebeuren. Daar is op dit moment geen kleurrijke afleiding te vinden. De bomen zijn kaal, hooguit doet er eentje zijn best om alvast met wat bloesem te strooien. Ik hoop dat deze durfals in het voorjaar nog wat spul over hebben. 

Al slenterend gaat het richting de wekelijkse markt om wat biologische kaas bij de kaasboer op wielen te halen. Beetje geel in het leven doet in deze kleurloze tijden al wonderen. Maar dan komt die verrassing. Van rechts. Ineens slaan mijn ogen op hol en grijpt mijn hand snel naar de camera die losjes op mijn heup bungelt. De groente- en fruitboer op de markt heeft alles uit de kast getrokken om de naar kleur snakkende mens een groot plezier te doen. Een lust voor het oog, deze uitstalling van gezondheid. Het voelt als een kleurentherapie. Ik word er op slag heel vrolijk van en bedank de marktkoopman voor het consult, met de aanschaf van een felgroene appel.






donderdag 14 januari 2016

Jong antiek


Niet dat de meneer met het brood er oog voor heeft, maar het trekt wel mijn aandacht. En dan doel ik niet op de uitermate vrolijke graffiti-werken op de houten muur die het bouwwerk in wording moet beschermen tegen onverhoedse acties van dezen en genen. Nee, het gaat mij om de jaarsteen. Die meldt 2015 terwijl we ondertussen al in 2016 zitten. Krap aan geef ik toe, maar toch.

Ik snap het wel. Het punt waar de steen zit, is immers ergens vorig jaar bereikt. Toch wordt het gebouw pas dit jaar in gebruik genomen. Woon je dan in een huis van een oud bouwjaar? En heeft dat effect op woonplezier en verkoopprijs? Zou het zijn zoals bij autokopers? Die willen hun nieuwe auto immers liever niet in december afgeleverd krijgen, maar net over de jaargrens. Klinkt frisser, mocht de auto weer in de verkoop gaan.

Of dit bij een huis van belang is, weet ik niet. Geen idee van, nooit mee bezig geweest. Eigenlijk ook helemaal niet belangrijk in dit kader. Ik vind het vooral grappig dat een jaartal zo prominent aanwezig is bij nieuwbouw. Het zal wel met de retro-trapgevel te maken hebben. Denk er een gracht bij en je zou zweren dat je in Amsterdam naar een patriciërswoning staat te gluren. Die woningen zijn niet anders dan met jaartallen versierd, blijkbaar iets wat de architect in casu aanspreekt. 

Zal deze woning de tand des tijds doorstaan? Staan hier over driehonderd jaar groepen toeristen zich vergapen aan de in betonsteen gekerfde datering? Of is Rosmalen dan nog steeds geen toeristisch hoogtepunt en rust het zoals altijd al in de schaduw van Den Bosch? 

Eigenlijk kunnen die toeristen nu al aantreden. Het is tenslotte alweer enige tijd geleden dat het 2015 is. Bijna antiek is misschien ietwat overdreven, maar het zit er aan te komen. Antiek is gewild. Hoe ouder iets is, hoe meer geld het soms oplevert. Nou ja, niet als het gaat over het brood in de hand van de passant. Dat smaakt vandaag toch het best.











woensdag 13 januari 2016

Juspoeltje




















Een latertje vandaag. De avond kwam eerder dan verwacht door allerlei andere beslommeringen en dat betekent dat de middag dan al helemaal voorbij is. Zo werken die dingen nu eenmaal. Dus is de middagse plaatsing van deze blog verplaatst naar nu. 

Dat geeft mij de mogelijkheid om de vrucht van een schemerige wandeling langs het kanaal op het web te vertonen. Een foto die duidelijk maakt dat de zon van plan is om aan te schuiven aan de avonddis. Wat meteen een vraag oproept: zou de schipper die het beeld doorkruist ook al honger hebben? Een ferme zwaai vanaf de brug laat  zien dat de man in kwestie in elk geval nog lang niet moe is. Waarom zou hij ook? Hij zal zijn lading niet zelf hebben overgeheveld van een kade ergens in het land. Ook zitten er vast geen pedalen verborgen onder de raamlijn. 

Tijdens een wandeling rond een uurtje of vijf 's middags zie je duidelijk dat Nederland op weg is naar het avondeten. Dat, ondanks alle voortschrijdende moderniteiten en ondanks alle reuring in de wereld, wij met z'n allen toch wel heel erg graag rond een uurtje of zes maximaal een juspoeltje willen maken in de boerenkool. 

Langs het kanaal, dat net is aangelegd en nu het dorpse van het stadse scheidt in deze agglomeratie, is het daarom een ondrukte van belang. Het maakt mij onrustig. Alsof het een heel idioot idee is om rond etenstijd een verfrissende wandeling te maken. Snel naar huis om te kijken of ik de hond nog kan vinden. Bij voorkeur niet in de pot.










dinsdag 12 januari 2016

Liner


copyright Mark Litjens txt-phtgrph

De kleuren maken duidelijk dat herfst en winter met elkaar aan het vechten zijn om aandacht. Midden in dit natuurgeweld trekt een eenzame fietser de aandacht. Het lijkt alsof hij dwars door de heidebegroeiing maalt, maar dat is slechts gezichtsbedrog. Er is daadwerkelijk een fietspad, ook geschikt voor ruiters en wandelaars, verbluffend mooi weggewerkt voor het van de natuur genietende oog. Behalve natuurlijk wanneer er gebruik wordt gemaakt van de infrastructurele voorziening.

Nu weet ik niet zoveel van kleurcombinaties, maar ik heb zo'n idee dat de rode jas van de eenzame fietser vloekt met de indian-summer-kleuren van de omringende flora. Zal mij verder een zorg zijn. Ik ben meer bezig met de vraag waar het pad naar toe leidt en vooral waar de man heen gaat. De gehaastheid doet vermoeden dat hij dit niet voor zijn plezier doet. Het is geen toerist met alle tijd van de wereld en al helemaal geen toerist met aandacht voor de natuur. Als een dolle laat hij zich van het enigszins in zijn rijrichting naar beneden hellende vlak vallen, af en toe een trapje extra gevend om de vaart er in te houden. Richting de nu al laagstaande zon.


Een blik op mijn horloge leert dat het net half twee is. Mijn afstand tot de fietser vertroebelt het beeld enigszins, maar in mijn optiek heeft deze man de pensioengerechtigde leeftijd al bereikt. Dat hij te laat op zijn werk dreigt te komen na een uit de klauwen gelopen lunch bij vrouwlief thuis, lijkt daarom onwaarschijnlijk. Misschien is hij te laat voor een copieus liner, de middagvariant op de brunch. Dat lijkt mij een betere verklaring. Op de fiets, want een wit wijntje zal zeker niet ontbreken tijdens dit mid-middagse maal. In het ontluikende, feestelijke voorjaar en op een zwoele zomerdag gaat de voorkeur uit naar een roseetje, maar dat zou de spot drijven met het actuele seizoen. Wit is al op het randje - een stevige rode wijn uit Puglia zou beter passen - maar dat gaat het niet worden, zo op de middag.


Overigens refereer ik aan de eenzame fietser. Dat is hij ook, toch vind ik ineens dat een eenzame fietser minder eenzaam is in een natuurlijke omgeving dan in de stad. Dat heeft misschien te maken met het gegeven dat je nooit alleen bent in de natuur. Er kruipt van alles over de grond, herten springen over het pad, vogels vliegen boven je hoofd of slaan je gade vanaf een grillige tak. Maar goed, daar heeft deze man geen oog voor. Nu. Want hij is te laat voor zijn liner. Denk ik.


maandag 11 januari 2016

Van het padje


Bosweggetje, pal naast de asfaltweg die door dit deel van de Veluwe snijdt. Ik loop er voorbij, mijzelf afvragend hoe lang het nog zou zijn naar mijn tijdelijke verblijf. Aan het einde van een flinke mars op een nazinderende herfstdag met waterige zon en frisse wind wordt het verlangen naar een beetje warmte met elke pas exponentieel groter. 

Toch lokt de bouwval - voor alle duidelijkheid: dit is dus niet mijn tijdelijke verblijf - mij even van mijn padje. Nieuwsgierigheid is sterker dan een centrale verwarming. Een tuinhuisje in een bos. Een boshuisje. Maar geen Roodkapje te zien, een boze wolf huilt evenmin en ook de drie biggetjes en/of de zeven dwergen zijn in geen velden of wegen te vinden. Maar wel zo'n maffe bouwval, deels in de fik gestoken, deels ontplankt. Met een op een kier staande deur. Nodigt je toch uit. Nietwaar?

Van wie is zo'n huisje? De gemeente in kwestie? Iemand die er thuis geen plaats meer voor had? Was het ooit een lunchhokje voor de boswachter? Of hebben de lokale herten de sleutel in beheer gehad? Een landelijk gelegen afwerkplek? Een lokale wandelaar was niet voorhanden, dus het blijft speculeren. Ik gok er op dat ie gewoon van de vrachtwagen is gevallen.

Binnenin is het een rotzooi en schieten er meteen minder frisse beelden voor mijn geestesoog langs. Zakken tuinaarde, tientallen, voeren de boventoon. Alsof een bos dat nodig heeft. Een nare geur maakt het verhaaltje compleet. Nou ja, het verhaaltje dat ik nodig heb om er snel de pas in te zetten, richting warmte.